In principe kan iedereen zich “opleider” noemen in de wereld van de assistentiehond (het officiële woord voor hulphonden). Dit is ongewenst. Cliënten met een (aankomende) assistentiehond mogen ervan uitgaan dat het instituut waarmee ze werken weet dat er gewerkt wordt met een kwetsbare doelgroep maar tot op heden is er dus geen overkoepelende norm. Mede daarom is op Europees niveau een NEN-werkgroep (330 452) in het leven geroepen waarin alle grote instituten inspraak hebben. Zij buigen zich oa. over hoe je een assistentiehond herkent en hoe je te weten komt of een hond wel goed opgeleid wordt. Uiteraard volgt ook Traumahond deze normontwikkeling op de voet.
Bekijk de pagina van de NEN-norm